|
Evolutie van het paard Het paard en zijn voorouders. |
De evolutie van het paard is goed gedocumenteerd. Uit fossielen blijken duidelijk de veranderingen
in de ontwikkeling van een klein, viertenig, grazend dier - uit
dezelfde lijn die naast paarden ook tapirs, neushoorns en nog
andere zoogdieren heeft voortgebracht - tot het paard zoals wij
dat tegenwoordig kennen: een groot grazend dier met een verlengd
centraal 'vingerkootje' en een sterk vergrote middelste teen. De
hondachtige Hynacotherium (Eohippus) van 60 miljoen jaar geleden
had kiezen met kleine kauwvlakken om op de sappige bladeren uit
hun bosrijke omgeving te kunnen kauwen. Naarmate tijdens het
Mioceen (25 miljoen jaar geleden) de hoeveelheid grasland toenam,
overleefden alleen de afstammelingen waarvan de tanden zich
hadden aangepast aan het vermalen van harder voedsel. Vanwege het
droger wordende klimaat werd de grond harder en de middelste teen
van Merychippus, aangegroeid om zijn grotere gewicht te kunnen
dragen, werd bij Pliohippus de enige teen. Paarden ontwikkelden
robuuste benen zodat ze al galopperend aan roofdieren konden
ontsnappen. |