|
Dressuur |
Definitie: Het woord 'dressuur' komt van het Frans/laat-Latijnse woord 'directaire', dat africhten of trainen ('dresser') betekent. Men leert hierbij het dier om op een bepaald commando een handeling uit te voeren, waarbij het deze bevel-handeling relatie associeert met een beloning.
Geschiedenis: De geschiedenis van de dressuursport gaat terug naar de late Middeleeuwen, toen in Europa aan de koninklijke hoven de 'Haute École' (hoge school) populair werd. Tegenwoordig maakt de dressuur deel uit van veel grote wedstrijden, waaronder de Olympische Spelen, terwijl de klassieke tradities in ere gehouden worden door onder andere de Spaanse Rijschool in Wenen en het Cadre Noir in Saumur.
Doel: Het doel van de dressuur is het paard te leren echt soepel te gaan, actief en gehoorzaam en dit in perfecte eenheid en samenwerking met de ruiter.
Trainingsmethoden: Het doel van de dressuur wordt bereikt door het paard gymnastische oefeningen te laten doen. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van het feit dat het paard een gewoontedier is en door in te spelen op het aangeboren goede geheugen. Door belonen (of soms straffen) op het juiste moment, de juiste plaats, bij het uitvoeren van de oefening zal het paard verband leggen tussen deze twee ervaringen of indrukken. Tijdens het begin van de training wordt de basis gelegd. Oefeningen die dan uitgevoerd worden zijn voltes, slangenvoltes, zijwaartse gangen en overgangen. Wanneer paard en ruiter de basis onder de knie hebben zullen de oefeningen moeilijker worden.
Benodigdheden: Bij de dressuur wordt geprobeerd om met zo min mogelijk middelen te rijden. Er wordt gereden met een hoofdstel en een zadel. Tijdens het beoefenen van de basis mag alleen met een bit gereden worden. Wanneer de combinatie de klasse Z heeft bereikt, mag met stang en trens gereden worden.
Wedstrijdsport:
Basis wedstrijdsport:
De landelijke wedstrijden worden georganiseerd door verenigingen die zijn aangesloten bij de vier basisorganisaties. Deze organisaties zijn:
Tijdens een landelijke dressuurwedstrijd wordt een proef afgelegd. Deze proef wordt op verschillende punten beoordeeld door een jury. Tijdens het rijden van de proef worden de verschillende onderdelen beoordeeld, maar o.a. ook de houding en zit van de ruiter, het gereden zijn in het algemeen en het uiterlijk en de verzorging van paard en ruiter.
Vanaf april 2001 mag gepromoveerd worden wanneer de combinatie 10 winstpunten heeft behaald. Na de klasse Z volgen de ZZ-Licht en ZZ-Zwaar. Deze klasse zijn een voorbereiding op het internationale niveau. In deze klasse ligt de nadruk op het vermogen van het paard om zichzelf meer te dragen. De appuyementen moeten steiler gereden worden en in de proeven komen meer galopwissels voor en een kwart pirouette in galop. De ZZ-Zwaar is de laatste klasse van de basiswedstrijdsport. De combinatie kan na de ZZ-Zwaar overstappen op de gespecialiseerde wedstrijdsport.
Gespecialiseerde wedstrijdsport:
In de Prix St-George moet de combinatie nog meer verzameling en correctheid laten zien. Na de Prix St-George volgt de Intermédiare I en II en dan de Grand Prix. Tijdens de Grand Prix moet de combinatie de passage, piaffe, galopwissels om de één en twee sprongen laten zien. Een hoge maat van verzameling is hiervoor vereist.
Soorten: De dressuur kan zowel individueel als in groepsverband worden beoefend. Wanneer in groepsverband wordt gereden heet dit afdelingsdressuur. De dressuur wordt niet alleen onder het zadel gereden, maar ook bij het mennen, de samengestelde wedstrijdsport en bij de westernsport. |