DE ZEBRA
De zebra is een gestreept wild paard dat afstamd van de (EQUUS) paardachtigen. Deze komen voor op het Afrikaanse continent.
De Afrikaanse paarden zijn bedekt met verticale gestreepte (meestal zwarte of donkerbruine) banden; zowel op de rug als op de
buik loopt een lengtestreep. Individueel zijn deze patronen erfelijk en spelen een belangrijke rol bij de onderlinge herkenning, foutief worden ze ook wel eens tijgerpaarden genoemd. Ze hebben vrij lange oorschelpen en dezelfde "kwaststaart" als de ezel, hun
manen staan altijd keurig overeind. Na een draagtijd van gedurende één jaar wordt er één veulen ter wereld gebracht. Na enkele mi-
nuten kan het veulen al overeind staan en na een uur kan het als er roofdieren op de loer liggen even snel lopen als de ouders. De
geboorte vindt veelal plaats na de regentijd, wanneer het gras zeer mals is. De soorten kunnen onderling kruisen, deze kruisingen,
die zowel bij zebra's als ezels gebeuren, noemt men: "zebroiden". Zebra's leven en paren op de vlakten van Zuid-Afrika (van het
noorden tot zuiden van Somaliland, Ethiopië en Soedan. Zebra's leven niet op de savannen van W-Afrika.) De Zebra is een kudde
dier, die vaak in sterk geregelde sociale verbannen voorkomen; omdat ze regelmatig moeten drinken hangen ze af van open water.
Niet zelden leven de zebra's gemengd met hertebeesten, gnoes, antilopen en struisvogels. Het is weliswaar een bont gezelschap,
maar het biedt een grotere bescherming tegen vijanden. De meest bekende vijand is de leeuw, maar ook de gevlekte hyena is een
bedreigende roofvijand. In gevangenschap leven zebra's het langste (20 tot 25 jaar, maximaal ca. 40j.). Maar hier worden vaak ondersoorten door elkaar gefokt, waardoor zelfs nieuwe vormen zijn ontstaan. De zebra kan niet dienen als terkpaard noch als rijpaard.
3 VERSCHILLENDE SOORTEN:
-DE BERGZEBRA: Deze is in twee ondersoorten verspreid, ze leven in het westen van de Kaap en in Namibië. Deze dieren zijn klein
tegenover andere soortgenoten (stokmaat 120 to 150 cm, en zijn gewicht tot 350 kg), opvallend zij ook zijn dicht opeenstaande strep-
en, een roosterachtig patroon bij het krius, en tot gestreepte poten tot aan de hoeven (met een kleine halskwab). De hoeven zijn aan-
gepast aan de omgeving (bergen en rotsen) en zijn dus uiterst hard.
De twee ondersoorten:
De echte bergzebra: deze is zeer zeldzaam (nog maar ongeveer 500 exemplaren) , en is dus streng beschermd.
De Hartmanzebra : Nog ongerveer 7000 exemplaren in leven, ze leven weidt en verspreid en zijn wellicht onvolledig beschermd.
-DE STEPPEZEBRA: