Oost-Fries
Soort: warmbloed
Herkomst: Duitsland
Over de Oost-Fries
De Oost-Fries is een bloedverwant van de Oldenburger. Hij
lijkt er dan ook erg op.
Het zijn goede paarden, die voor alles kunnen worden gebruikt.
Het zijn dappere, vriendelijke en energieke paarden. Hij is sterk
en heeft veel uithoudingsvermogen.
Lichaamsbouw
De Oost-Fries is een goed paard, met het uiterlijk van een
halfbloed.
Door het kruisen met Arabieren heeft de Oost-Fries een beetje het
hoofd van de Arabier gekregen; intelligent en smal. Toch is dit
meer het hoofd van de Anglo-Arabier. Het voorhoofd is breed, en
heeft een rechte neuslijn. De neusgaten staan wijd open. De oren
zijn van normale lengte en zijn puntig, de ogen staan vriendelijk
en mooi aan de zijkanten van het hoofd.
De schofthoogte van de Oost-Fries ligt tussen de 1.57 en 1.65
meter.
De Oost-Fries komt voor in de kleuren schimmel, vos, bruin en
zwart. Het paard mag daarbij aftekeningen aan het hoofd en de
benen hebben.
Geschiedenis
Europeanen zijn altijd al goede fokkers geweest. Meestal
fokten ze Oosterse en lichtere paarden.
Toen de Oost-Fries verbeterd moest worden, gebruikten ze daarvoor
de Arabier. Er moesten betere paarden komen, die meer kwaliteit
hadden, en een mooiere lichaamsbouw.
De Arabieren van de Babolna stoeterij hebben hier veel bij
geholpen, vooral Gazal, een Arabische hengst. Ook Poolse paarden
werden gebruikt.
De Oost-Fries en de Oldenburger werden vroeger al hetzelfde ras
beschouwd, maar toen Duitsland na de tweede wereldoorlog in
tweeën werd gedeeld, veranderde dat. De Hannoveraan werd voor
het ene type gebruikt, zodat de Oost-Fries echt een apart ras
werd.
De Oost-Fries is helemaal veranderd, en lijkt absoluut niet meer
op het ouderwetse type dat is uitgestorven.
En verder...
Nadat de Hannoveraan voor de Oost-Fries was gebruikt, werden het goede wedstrijdpaarden. Het zijn moderne sportpaarden, die ook nog eens geschikt zijn als licht tuigpaard.
Invloeden