ezel, naam van enkele soorten uit de familie Paardachtigen. Wilde ezels bewoonden vroeger geheel Noord-Afrika, maar zijn thans beperkt tot het noordoosten van dit werelddeel. Men onderscheidt twee ondersoorten: de Nubische wilde ezel (Equus africanus africanus), met een schouderhoogte van 115-122 cm, en de Somalische wilde ezel (E. a. somaliensis), die 120-125 cm hoog wordt. Het is mogelijk dat deze wilde ezels door vermenging met verwilderde huisezels niet meer zuiver zijn. De Nubische wilde ezel - die als de voornaamste stamvorm van de tamme ezel wordt beschouwd - is op de rugzijde bruinachtig grijs met een zwarte aalstreep, die met een streep over de schouders een kruis vormt. De Somalische wilde ezel is roodachtig grijs, heeft geen schouderkruis, en gestreepte benen. Kenmerkend is hun balkend geluid. Van beide ezels wordt het bestaan zeer bedreigd; de Nubische wilde ezel geniet in Soedan wettelijke bescherming. Het veulen wordt na een draagtijd van 11-12 maanden geboren. De levensduur is ca. 20 jaar, in dierentuinen tot 40 jaar en ouder. De mannetjes bezitten grote territoria waarin de wijfjes en jongen leven. Deze territoria worden gekenmerkt door o.a. opeenhopingen van mest. Het voedsel bestaat vnl. uit gras en kruiden (ook wel loof); de behoefte aan water is vrij gering. De tamme ezels (samengevat onder de naam Equus asinus) variëren in grootte en kleur. Zij hebben over het algemeen een schouderkruis en niet zelden gestreepte benen. De kleur schommelt tussen grijs, bruin en zwart. Er zijn zowel reuzenrassen (o.m. in Spanje en Zuid-Frankrijk, de Poitou-ezel) als dwergvormen (o.m. op de Balearen en Sri Lanka). De domesticatie had in Ethiopië en in Egypte reeds plaats in het Neolithicum, nog voor die van het paard. De tamme ezels zijn vooral in het bergland van Zuid-Europa, in heel Noord-Afrika en de subtropische gebieden (o.a. Mexico en Azië) uitstekende rij-, last- en trekdieren, langzaam en bedachtzaam, tevreden met eenvoudig voedsel.

"ezel", Encarta(R) 98 Encyclopedie Winkler Prins Editie. Alle rechten voorbehouden. Ezels De tamme ezel, die verwant is aan de wilde ezel, werd waarschijnlijk al tijdens het neolithicum voor het eerst als huisdier gehouden. Ezels staan stevig op hun poten en zijn bijzonder geschikt als lastdier. Ze zijn te herkennen aan hun kleine formaat, rechtopstaande oren, grijze kleur en staart met lange haren aan de punt. Ronald Toms/Oxford Scientific Films "Ezels", Encarta(R) 98 Encyclopedie Winkler Prins Editie. Alle rechten voorbehouden.